week drie, dag 4,5 en 6 - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Charles Judith - WaarBenJij.nu week drie, dag 4,5 en 6 - Reisverslag uit Queenstown, Nieuw Zeeland van Charles Judith - WaarBenJij.nu

week drie, dag 4,5 en 6

Door: Judith en Charles

Blijf op de hoogte en volg Charles

19 Februari 2015 | Nieuw Zeeland, Queenstown

Dinsdag 17 februari 2015

Vanochtend bij het opstaan was de lucht helemaal grijs. Gelukkig niet al te koud.
Ondanks dat de camping gisteravond helemaal vol was gelopen, ontstonden er geen wachtrijen bij de douches (twee douches bij de heren, twee douches bij de dames).
Omdat internet goed werkte, maakten we er tot op de minuut van vertrek nog gebruik van: reisverslag en de laatste selectie foto’s (over de laatsten deed de site moeilijk).
Iets na 10.00u begon de rit richting plaats en gletsjer Franz Josef. De Oostenrijker Julius von Haast was in 1865 de eerste Europeaan die de gletsjer verkende. Hij noemde de gletsjer naar de toenmalige keizer van Oostenrijk.
In de lucht begon al een streepje blauw te voorschijn te komen.
Een gereconstrueerd 19e eeuws goudzoekersstadje lieten we links liggen. Een eindje verder zouden we een brug over de Taramakau rivier over moeten. Judith werd door Charles bij de les geroepen: “Maak een foto, maak een foto!!” Judith maakte de foto, maar snapte niet waarom die brug zo bijzonder was. Toen bleek dat de brug, een “one lane bridge” (één richting tegelijk), voor zowel de trein als voor het autoverkeer diende. Midden op het wegdek lagen ook rails. Verderop spleten de rails ook nog een rotonde precies door het midden. Spoorbomen kom je er zelden tegen. Kortom, de trein, je ziet ze hier niet veel, maar je kunt de trein hier echt overal zo maar ineens tegenkomen.
Over de toeristenradio vernamen, dat in Hokitika possum-gebruikers zijn. Een possum is een diertje dat voor veel overlast zorgt. We zien er veel dood onderweg, door verkeer aangereden: hun enige vijand. Hokitika Het beest is ooit vanuit Australië per abuis geïmporteerd en mist hier zijn natuurlijke vijanden., en heeft zich flink kunnen vermenigvuldigen. Het probleem is dat het veel schade aan bomen aanricht. Deze possum-gebruikers zijn de enigen in dit land, die iets met de overleden beesten doen. Ze maken er allerlei materialen van, van kop tot de grote staart.
Tijdens een korte koffiepauze aan een rivier, bij een helicoptervertrek- en landingsplaats, maakten we voor het eerst kennis met de zg. “sandflys”, kleine muggen die zelfs Charles prikten (hij wordt maar zelden door muggen gestoken, i.t.t. Judith die meestal wordt lek geprikt). De zon brandde inmiddels goed.

Opvallend bij veel Japanse toeristen in NZ is dat zij zich, of het nu koud is of warm, altijd kleden in lange broeken (of rok) en T-shirts/truien/jassen met lange mouwen; ’t liefst nog met de capuchon op. Om zo zonnebrand/huidkanker/insectenbeten te kunnen voorkomen (?).

Al in het begin van de middag kwamen we aan bij de plaats van bestemming. We reden niet naar de camping, maar naar de informatie met de vraag hoe bij de gletsjer te komen.
We hebben vervolgens een wandeling gemaakt naar het begin (of eind, ligt eraan hoe je het bekijkt) van de gletsjer; we hadden ons wel goed geprepareerd wat betreft goede wandelschoenen, lange broeken aan, extra kleding in rugzak/om heupen, vocht (water) en wat etenswaren mee.
Het bijzondere van deze gletsjer is, dat deze een heel eind omlaag loopt tot in het tropisch regenwoud.
De opwarming van de aarde eist ook hier zijn tol, maar de gletsjer ligt nog steeds tot dicht bij het bos. Tijdens de wandeling wordt de rust continue verstoord door hordes vliegen, en daarmee bedoelen we dan de helikopters.
Er zijn een grote hoeveelheid helikopters die een rondvlucht aanbieden tegen vorstelijke prijzen rond de gletsjer.
Wij hebben het bij de wandeling gehouden.
We wilden eigenlijk wel een keer uit gaan eten, maar alle toeristische restaurants vonden we niet echt aantrekkelijk.
We hadden wel zin in een forel, die vangen ze hier erg veel, maar in de winkel en in de restaurants kun je ze helaas niet vinden.
Het werd een dus een vers zeevisje; met wortels en aardappels in de schil gekookt.

Woensdag 18 februari 2015

Toen we om 7.30u ontwaakten was het slechts 8°C, de zon kwam met moeite over de besneeuwde bergtoppen heen. Het douchen (weer twee douches beschikbaar) verliep weer voorspoedig. Zodoende konden we al om 9.30u vertrekken. Onze eerste halte zou de andere gletsjer Fox Glacier zijn. Met de camper kwamen we een heel eind en we zagen Fox Glacier al vanaf een afstandje liggen. Vlakbij de parkeerplaats, zagen we rond 10.00u zijn spiegelbeeld weerkaatst worden in een meertje van smeltwater. Een fraai gezicht; gauw uitgestapt en teruggelopen om de foto te maken. Zo aan het begin van de dag wilden we nog geen twee uur gaan lopen, zeker niet voor een veel minder fraaie gletsjer dan die van gisteren.
We lieten Fox over aan andere bewonderaars. Amper een half uur later wilden wij het spiegelbeeld nogmaals bewonderen: geen spiegelbeeld meer te zien, omdat de zon al weer opgeschoven was en het water vol rimpels zat door een zacht windje..
De weg naar Haast liep vervolgens vanaf Bruce Bay landinwaarts over dezelfde rustige, kronkelige en groene wegen. Rond 12.00u kwamen we langs de Salmon Farm annex café. Beetje vreemd een zalmkwekerij, wanneer er zoveel vis in het wild te vangen is.
Daar waren we tijdens onze koffiepauze getuige van het voeren van de jonge zalm.
Bij Knights Point vertoefden we weer aan de kust.
Normaliter zou je daar pinguïns kunnen zien, maar niet in de zomer.
Het zuidwestelijk gebied van NZ is gerangschikt onder het cultureel erfgoed van de UNESCO.
Daar werden we overvallen door de “sandfly”, in groten getale.
We waren gewaarschuwd, maar hadden ze nog niet gezien.
Sandfly’s zijn eigenlijk vliegjes, in formaat en aantal te vergelijken met onze zomerse fruitvliegjes. Ogenschijnlijk onschuldig, maar als je er één dood slaat, zijn ze rood, en weet je dat jij kort daarvoor het “haasje” was, en dan voel je de jeukende bult.
Kortom: zwermen fruitvliegjes, die steken als muggen.
De boterham met jam werd dus IN de camper genuttigd.
In Haast kon er eindelijk getankt worden; gelijk een stuk duurder dan vorige tankbeurten.
Voorbij Haast, bij de monding van de Okuru rivier reden we om 14.30u. de camping op (de eerste met een winkel), een plaatsje was daarmee verzekerd, om vervolgens door te rijden via een doodlopende, smalle weg van 36 km naar het vissersdorpje Jackson Bay.
Het is niet meer dan pak weg vijf huizen en een fritestent aan een doodlopende weg, het ziet er uit als het einde van de wereld.
Floortje Dessing had in haar aflevering over NZ dezelfde woorden gebruikt over deze regio.
Je vraagt je af hoe iemand er toe komt zo afgelegen te gaan wonen.
Daar maakten we, ingesmeerd met DEET, toch gevolgd en belaagd door talloze sandfly’s, een wandeling door het tropisch regenwoud naar de oceaan.
We keken wederom onze ogen uit naar de vele staaltjes van natuurschoon, die spontaan in het oerwoud ontstaan.
Omdat JB bekend staat om zijn vis zijn we daar bij het enige establishment neergestreken.
Volgens onze NZ-toeristenradio wordt in de lokale fritestent de beste “fish en chips” van NZ gebakken, dus dat heeft Charles uitgeprobeerd, Judith besteld een Whitebait, die ze als een soort gebakken ei tussen twee boterhammen geserveerd kreeg..
Er zat wel wat vlees bij (d.w.z. enkele sandfly’s), maar het was inderdaad uitstekend.
Eerst voor een kop thee en gingerbeer (alcoholvrij), later gevolgd door een prima visschotel. De hoeveelheid vervelende steekbeesten waren ondertussen verminderd door nieuwe lotion die Charles liet aanrukken, waarschijnlijk was de lotion van Judith verouderd..
Terug op de camping wilden we de in de zee ondergaande zon weer aanschouwen, maar ons richtinggevoel liet ons in de steek. Vanuit de locatie van onze camping in Haast Beach is de ondergaande zon alleen achter de rotsen te zien van Jackson Bay.
Toen zijn we met een kop koffie maar allebei in ons dikke boek gedoken, totdat de sandfly’s ons ook daar wegjaagden.
Na de camper sandfly-vrij gemaakt te hebben, dronken we een glaasje en keken wederom tevreden terug op deze dag.
Meest opvallend toch weer het weer.
Je hebt een slechte voorspelling, op zich passend bij deze regio (hier valt de meeste regen in NZ, gemiddeld 5m per jaar), en als wij er zijn, is het heel fraai weer.
De voorspelling is, dat het vannacht gaat regenen en even blijft regenen. Afwachten dus.
Welterusten.

Donderdag 19 februari 2015

Toen werden we wakker: “zachtjes tikt de regen op het zolderraam, …..”.
De bergen die de dag ervoor aan de horizon lagen, waren in geen velden of wegen te bekennen.
Niets dan grauwe mist was het beeldveld. De weersverwachting klopte.
Vol goede moed toch in de kleren en op pad naar Queenstown, een route over de sinds 1965 geopende Haast Pas.
Een fraaie slingerweg door het regenwoud klimmend naar de pas, onderweg een aantal watervallen als bezienswaardigheid, maar alles op deze dag gehuld in nevel.
Voor de duidelijkheid, dat is wel het meest voorkomende weerbeeld in deze regio.
Naarmate de dag vorderde werd het weer langzaam beter en rond 14.30u zag het er prachtig uit, zon, redelijke temperatuur en wolken.
Na de pas gepasseerd te zijn kwamen we in de vallei, een gebied met brede rivierbeddingen omzoomd door hoge bergen.
De rivieren kwamen uit in twee schitterende meren, het Lake Wanaka en Lake Hawea, met watersportmogelijkheden te over, maar ….. geen mens te zien, want ze zijn hier nauwelijks.
Vanaf Wanaka gingen we over een nog wat smallere weg verder naar Queenstown.
Dit werd echt bergachtig, waarbij we een van de grotere wintersportgebieden passeerden, Cardrona. We werden getrakteerd op prachtige vergezichten, mede dankzij het verbeterde weer. Mooi om te zien hoe vliegtuigen op weg naar Queenstown het laatste stuk naar de landingsbaan tussen de bergen doorvliegen.
Charles dacht het grootste deel van zijn stuurmanskunsten voor vandaag al achter de rug te hebben, zijn biceps waren al gegroeid van al het draaien, maar als afsluiting kwam de afdaling naar Queenstown. Nog nooit zagen we zoveel haarspeldbochten in zo korte tijd achter elkaar.
Dat is niet goed voor de oren (een diesel kilometers in zijn twee op maximaal naar beneden) en niet goed voor de biceps, maar we hebben het gehaald.
We hadden een uitgebreid aangeprezen camping geselecteerd vlakbij het centrum.
Rijdende door het plaatsje bleek al dat het een echt toeristisch plaatsje is, zo erg, dat zelfs de autochtone NZ-ers zich er niet altijd op hun plek voelen. Ons vallen m.n. de grote aantallen Japanners (of Chinezen, wij zien het verschil niet) op, die met hele families op vakantie zijn, van kinderen tot oma/opa, iedereen moet mee.
We waren op tijd, er was nog plek.
Wel een kostbaar verhaal.
In de loop van de avond nam de verbazing toe.
De aanvankelijk aan ons toegewezen plek, bleek bedoeld voor twee campers, zodat er voor het vele geld een plek van 3x7mm overbleef, waarbij de prijs-kwaliteit verhouding dan wel erg negatief uitvalt, nog niet pratende over de mogelijkheden van het aanwezige sanitair om deze mensendruk op te vangen. Van privacy is totaal geen sprake.
We gaan het zien en zetten knijpers op de neus.
Het weer bleef prachtig, en na wat zonnen zijn we nog door het stadje gewandeld en deden ons te goed aan pas ons tweede schepijsje van deze vakantie.
We hadden een leuke ontmoeting met een Duitse gepensioneerde man die al voor de twaalfde keer zijn vakantie in Nieuw Zeeland doorbracht. Hij maakte ons enthousiast voor een bootreisje met een 103 jarige stoomboot die tochtjes maakt over het Lake Wakatipu.
Voor de rest stikte het van de boekingskantoortjes om sportieve acties voor jongeren te organiseren, zoals bungyjumpen, kajakken, parapenten, of dure vliegtochtjes.
Judith bleek gisteren nog vaker gestoken te zijn, dan ze al dacht. Zelfs in een oorschelp en net onder haar oog; om over de nek en schouders maar niet te spreken.
De meegenomen zalf tegen jeuk helpt niet altijd, helaas. Gelukkig hebben we de boosdoeners hier in Queenstown niet aangetroffen.

  • 20 Februari 2015 - 19:37

    Hannekee:

    Leuk verslag weet van jullie mooie reis. Die sandfly's lijkt me wel erg. Wij gaan de hele maand juni door Canada trekken met een camper. Ik hoop dat die daar niet zijn. Maar daar heb je de blackfly's schijnt ook niet fijn te zijn. Groetjes en lekker verder genieten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nieuw Zeeland, Queenstown

Charles

Actief sinds 30 Jan. 2015
Verslag gelezen: 133
Totaal aantal bezoekers 2502

Voorgaande reizen:

29 Januari 2015 - 31 December 2015

Voor het eerst buiten Europa

Landen bezocht: